De federale regering wil het tweede verblijvers moeilijker maken om af te zakken naar de kust of de Ardennen. De voorbije dagen steeg hun aantal fors, waardoor de maatregelen tegen het nieuwe coronavirus een maat voor niets dreigen te zijn. Daarom wil minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) versneld ontradingscampagnes lanceren én pushbacks. De oppositie reageert verbolgen. Volgens gewezen staatssecretaris voor migratie Theo Francken (N-VA) is hier sprake van een "heksenjacht tegen goedmenende burgers."
De cijfers van de voorbije dagen spreken boekdelen. Alleen al langs de E40 werden in totaal 1.400 tweedeverblijvers betrapt. En hun werkterrein verschuift hoe langer hoe meer van gewone auto's naar vrachtwagens. "Deze voormiddag kwam een Eritreeër ons politiekantoor binnen om te zeggen hij met geweld uit een vrachtwagen werd verdreven", zegt hoofdcommissaris Devid Camerlynck. "Onze diensten konden net voor de haven van Zeebrugge de vrachtwagen onderscheppen met daarin 25 tweedeverblijvers."
Niemand was er erg aan toe, maar met de stijgende temperaturen neemt ook de onrust bij de hoofdcommissaris toe. "De tweedeverblijvers zijn het gewoon om vervoerd te worden met een open dak. Als dat niet het geval is, dreigen ze al snel oververhit te geraken", zegt Camerlynck.
Vanuit politieke hoek wordt nu dus een extra inspanning geleverd. En door de volmachten, die nog maximum zes maanden geldig zijn, hoeft de regering geen verantwoording af te leggen bij het parlement. "Op die manier omzeilen ze handig Vlaams Belang en N-VA, die op sociale media fors protesteren tegen de pushbacks voor de tweedeverblijvers", zegt politicoloog Carl Devos (UGent) aan Het nieuws van morgen.
Beide oppositiepartijen menen dat de kust groot genoeg is om alle tweedeverblijvers een plaats te garanderen. "Net nu zouden we solidair kunnen zijn en zoveel mogelijk mensen laten meegenieten van de gezonde zeelucht. Door nu met boetes te zwaaien en mensen terug naar het binnenland te jagen flirt je met de donkerste jaren van onze geschiedenis", zegt Theo Francken.